Het postertje voor de aankondiging van het evenement Das Römische Lagerleben laat een achttal Romeinse soldaten in vol ornaat zien, terwijl ze voorbij een colosseum marcheren. Voorop een centurion, berenvel over de schouders, de kop van de beer op het hoofd, de staf met de gouden adelaar van het Romeinse rijk er trots bovenuit. We gaan er naartoe. In werkelijkheid, weten we al, vindt de manifestatie plaats op het landgoed van het laat-achttiende-eeuwse Schloss Weilerbach. Twee cultuurhistorische bloeiperioden door elkaar, wij kunnen dat aan.
Op een weide met hoog gras bij het slot blijken er precies drie Romeinen rond te lopen, waarvan twee in verschillende gevechtstenues en één gekleed in een tunica, hij draagt een bril. Ze spreken Duits. Er is een kraam met worstjes en kruidenkaas naar oudromeins recept, één met handgemaakte speelgoedkruisbogen en Romeins schoeisel, een tentje met versgebakken antiek brood en ernaast een standje met onduidelijke snuisterijen. Midden op het verder lege veld staat een bijna manshoge kruisboog op een driepoot, een werkende replica van het Romeinse origineel, twintig meter verderop staat een schietschijf van oudromeins piepschuim. De man in de tunica laat zien hoe het wapen werkt, hij spant de kruisboog door met een gietijzeren hendel, via een vertraging van tandwielen, de snaar naar achter te trekken. Een normale kruisboog heeft een druk van vijftig tot honderd pond, legt hij uit, deze haalt duizend pond. De korte pijl die je er mee afschiet komt met gemak vijfhonderd meter ver. Een halve kilometer. Een Romeins legioen had aan het front zestig van deze kruisbogen op een rij staan, vier soldaten haalden met één boog vijf schoten per minuut.
Tegenover het Romeinse leger stond meestal een horde slecht bewapende boeren zonder beschermende kleding, vaak zelfs zonder helmen. Haalden die het zich in hun hoofd de Romeinen aan te vallen, dan liepen ze een storm in – een ziedende storm van driehonderd kruisboogpijlen per minuut, ze moeten niet hebben geweten wat hun overkwam. Organisatie, geld en bruut geweld – het werkte tweeduizend jaar geleden al zoals vandaag nog steeds.