Een roedel jonge honden, wild en hongerig, snel verveeld en klaar om te bijten bij het minste teken van zwakte – en ik, alles behalve een alpha male, in diepste wezen verlegen zelfs, maar nèt te oud om me daar druk over te maken. ‘Ze weten nog helemaal niets,’ was ik gerustgesteld over de eerstejaars studenten Crossmedia Design die ik les ging geven, en: ‘ze willen vooral alles goed doen.’

Ze komen uit China, Maleisië, Singapore, Italië, Duitsland, Bulgarije, Kazachstan, Brazilië, Syrië, Zuid-Afrika, ze verplaatsten hun leven van Beijing, Sao Paulo, Kuala Lumpur en nog zo wat wereldsteden – en vooruit, Ahaus – naar Enschede of all places. Dat hebben ze alvast gewaagd, ik vind het moedig. Nu moeten ze nog de oneindige ruimte van hun studie, hun werk, van hun kijken, maken en denken gaan zien; daar zijn ze heel voorzichtig in, daar zie ik ze dralen.

Niks honden. Rond de tafels in het kale, witte lokaal hangt een kluwen jonge leeuwen, soms geeuwend, onwennig knipperend tegen het licht – maar, in sommige ogen al de blik van heersers over een vlakte die ze nu nog niet op durven.