Ik weet precies wat ik lelijk aan je vind – aan je gezicht en de uitdrukkingen die het soms aanneemt, aan je lichaam en de verhoudingen die het kent – en toch. Ik weet nu al welke van je tics en trekken op een mooie dag moordneigingen in me op zullen wekken – en toch, en toch. Maar ik weet ook al wat je aan mij gaat haten, dát je me gaat haten – dus laat maar. Laat maar.
Te laat
Ik was een half uur te laat voor de boekpresentatie en liep gehaast door Haarlem – maar de deur van de ambachtelijke drukkerij waar het evenement plaats zou vinden was dicht. Ik belde aan, de drukker deed open. Ik had de uitnodiging niet goed gelezen, het begon een uur later dan ik tot dat moment zeker wist. Ik dacht aan de woorden van de schrijver van het boek bij de nagestuurde correctie van de datum in zijn uitnodiging: ‘Alles gaat altijd mis’. Dat is waar, maar ook relatief, ik had ineens een half uur over. ‘Kun je nog even wat boodschappen doen bij de Albert Heijn,’ zei de drukker. De drukker las mijn gedachten, want ik moest inderdaad nog brood en wijn inslaan. Met brood en wijn jaag ik ‘s avonds de handelaren uit mijn tempel. Alleen met wijn, eigenlijk. Vrijdagmiddag. Met een half uur over zat er weinig anders op dan in de Haarlemse binnenstad bier te gaan drinken op een zonnig terras. Ik dronk een Palm onder de luifel van een grand café aan een groot en druk plein. In Haarlem lopen veel mooie vrouwen rond, en nog veel meer oude mannen die er uitzien als kunstenaars die het niks kan schelen hoe ze er uitzien. Die zien er allemaal hetzelfde uit. Ik dronk nog een Palm, rekende af en ging naar de Albert Heijn. Ik kocht brood en wijn en een halve liter water. Het water dronk ik meteen, in de hoop dat bij de boekpresentatie mijn adem niet naar bier zou ruiken. Dat is hoogstwaarschijnlijk mislukt.
Dit verhaal verscheen ook op Torpedo Magazine.
Dit zijn de dagen
De sokjes voor de pasgeborene liggen sinds februari op mijn bureau. Het is juli. Begin maart had ik nog geen envelop geschreven, eind maart durfde ik ze al niet meer op te sturen, uit schaamte voor zo veel traagheid. Stuur ik de sokjes in augustus alsnog op, dan zou het misschien voor een sympathiek soort absurdisme door kunnen gaan, maar dat durf ik zélfs mezelf niet wijs te maken. Bovendien groeien baby’s en hun voetjes, de sokjes worden met de dag kleiner. Er is een belofte uit januari om te proosten op het nieuwe jaar met mensen die ik erg graag mag, en die ik nog altijd niet gestand heb gedaan. Het bier is dood, het is juli, de dagen glijden weg en ik weet niet waar ze blijven. Ik sleep mijn zonden met me mee en dit zijn bij lange na niet de enige twee. Ook ongedane zaken nemen geen keer. Er zijn ook zonnige, zomerse dagen waarop ik zeker weet dat ik niets vergeten ben, dat ik alles wat gedaan moest worden heb gedaan. Dit zijn de dagen die me angst aanjagen; dit zijn de dagen die ik haat.
Grieks
Hoe meer ik begrijp over de crisis tussen Griekenland en de rest van de Europese Unie, hoe minder ik er van snap. Alle afzonderlijke artikelen die ik lees zijn goed te begrijpen; ik lees van links naar rechts, politiek gezien, van geloofwaardig onderbouwde onthullingen van een neoliberaal complot tot het stoere standpunt dat de Grieken de recente verdieping van de ellende aan zichzelf en hun linkse regering te danken hebben. Allebei waar. Maar een verhaal dat de complexe samenhang van politieke, economische, zakelijke en zelfs persoonlijke belangen samenvat bestaat waarschijnlijk niet; je kunt het geheel wel zien en zelfs bevatten, maar het is van een omvang die alleen in delen is te duiden. Zoals we sterrenbeelden tekenden van willekeurige lichtpunten aan de hemel, en het pas daarna kosmos – orde – konden noemen. Een elegante theorie van alles bestaat nog niet, dus ook niet voor de Griekse en Europese crisis, en tot die tijd heeft iedereen een beetje gelijk over oorzaak en gevolg. De simpele som der delen echter, die is snel gemaakt. Verbind een paar willekeurige verhalen en je ziet het meteen: iemand wordt hier genaaid – en de banken zijn het niet. Misschien is het Griekenland, misschien de democratie, misschien zijn wij het weer, misschien gewoon ook niet. Maar iemand wordt hier genaaid en goed ook – je kunt rustig stellen: op zijn Grieks.
Behalve jij
In drie dagen tijd
jaren ouder maar
gelukkig
geen zak wijzer
waarom zou je ook
we stammen allemaal af
van de apen
behalve jij en je
zwakzinnige vriend
natuurlijk
wat kunnen we anders
dan proberen om
hand in hand
een beetje
omhoog te vallen.
Verschenen in de laatste editie van Het Gat, losbladig magazine van Down The Rabbit Hole 2015.
Gedicht om (niet) in te geloven
god in het vuil onder je vingernagels
of niet – gewoon geil genot, geniet en
geloof me hij vindt jou eerder dan
dat jij hem ziet – want hij bestaat al
als je denkt van niet.
Verschenen in de openingseditie van Het Gat, losbladig magazine van Down The Rabbit Hole 2015. Titel: Pete Teboskins. Goed kauwen.