Zeven uur in de ochtend, het is donker, de trein zweeft richting Deventer, draagt me op handen zogezegd – zoals ik dat zelf niet gauw zou doen maar ik betaal er voor – naar Deventer om te leren leraar te zijn, ik ga een half uur te vroeg zijn, in die tijd kan ik bij wijze van ontbijt nog twee pakjes Gauloises roken en een hap nemen uit de serveerster in de stationskiosk. Achter de kiosk het leslokaal, een geheime passage naar een wereld van jargon en protocol waar Kafka’s honden geen brood van lusten, Ludwig en Wolf noem ik ze, bewakers van mijn eigen Hades, mijn Howl, mijn suprematistische zwarte vierkant – maar misschien steek ik er ook wat van op behalve Gauloises, ik heb er wel wat voor over om een goede leraar te zijn – toen mijn studenten geen flikker uitvoerden omdat ze naar eigen zeggen te weinig te doen kregen, liet ik ze een symbool voor ‘ziel’ ontwerpen. Dat was godverdomme alvast een goede opdracht, de helft heb ik sindsdien niet meer gezien.
Een logisch verhaal
Ik ben geen verhalenverteller. Ik geloof in chaos en toeval, ik zoek geen verklaringen voor de onontwarbare kluwen voorvallen, ontmoetingen en pogingen die ons voortdrijven of terugwerpen, ik weiger er een lijn in te zien – laat staan een logisch verhaal. De oude Grieken waarschuwden de jonge ik over een paar eeuwen heen al voor hubris, en alleen al het besef dat ook zij tevergeefs poogden het blinde lot bestuurbaar te houden maakt nederig. Ik heb de dingen die ik deed naar beste kunnen gedaan en misschien heeft dat me iets gebracht. Maar ik weet niet precies wat ik niet heb gedaan – uit luiheid, angst of onvermogen, die onheilige drieëenheid, of doordat het meeste domweg niet in me opkwam – en ook daarvan zal ik nooit weten wat het heeft opgeleverd, of juist niet. Waar in de onmetelijke kosmos de wetten van de zwaartekracht worden verbogen, zoeken we de verklaring in donkere materie – volgens de hypothese ruim vijf zesde deel van Alles, maar waarvan het bestaan tot op heden niet is aangetoond. Maar waarom zou het iets moeten zijn? Laat het gewoon niks zijn. Laat het de luiheid, de angst, het onvermogen zijn, het blinde lot, het onbewuste nalaten, de inactie, het niet-handelen – alles wat we niet hebben gezien, alles waar we niet aan denken, alles waar we niet aan toe komen, waar we zelfs in onze dromen niet bij kunnen – niets. Donkere materie als vijf zesde deel van ons leven. Dom toeval is een logisch verhaal.