Het komt er op aan de woorden zorgvuldig te kiezen. Ik kan ze elk maar één keer goed gebruiken – ik kan ze herhalen als ik wil, eindeloos herhalen, maar de rivier van de tijd stroomt door en geen woord heeft over vijf minuten nog de betekenis die het nu heeft – of net had – elke geprevelde formule verliest met het verlaten van de lippen zijn macht. En dan schrijven – laffe neerslag van wat ergens, ver, ver weg in mijn botte kop de verwoesting aanricht die ik in al mijn vezels voel, die ik had bedacht – op papier in prachtige dwarreling ontkracht. Ik kan de woorden maar één keer ten volle gebruiken, één kans heb ik om te richten, één kans om te raken – maar jij, de ontvanger, alleen jij voelt wat jij graag wilt dat ik bedoel: een schot hagel in je toch al zware hart – voor mijn part.