Walgelijke dagen de dagen waarop
de kaken doelloos malen de woorden
taaie rondjes draaien een klont
hersenroze kauwgom kijk mij eens
nutteloos wezen –
…………………….. slikken of spugen
zou je zeggen kon je spreken maar alles
blijft plakken kleven hangen steken
onmachtig tussen hemel en
huichelachtigheid –
……………………….. in de tussentijd
probeer ik mezelf met haat in mijn lijf
de taal te leren die zich kirrend om de
leegte kronkelt van geilheid niet weet
waarvoor ze zich leent –
………………………………. ik wou dat het
me speet maar de tijd van met stalen kaken
zwijgen lijkt voorbij de giftige sappen sijpelen
uit starende monden langs glimmende kinnen
glazige ogen –
…………………. ik versta alleen nog
mijn vak maar de wind waait ineens guur door
dit van god verlaten theater de gemompelde
monoloog van de laatste acteur lost op in
bitter en E-zuur –
……………………. alles waar jij van houdt
wordt voortaan door de pooiers de paaiers de
eindeloze praters uitgekauwd en je vervolgens
tot kokhalzens toe weer terug in je eigen strot
gedouwd.