Ik heb niets te verliezen
of althans niet veel
– voor waardigheid
of dat soort flauwekul
ben ik te oud – hier
ontvouwt zich uit
verse rimpels
nog altijd een
melkmuil met een
kinderlijk geloof in
de rekbaarheid
van tijd – hoeveel
horloges heb ik
overleefd – hoeveel
uren aan klokkijken
besteed – ik weet
iedere seconde met
Zwitserse precisie
in mijn versteende
kop gekerfd
keeping track
zogezegd
elk mager succes
voor de prijs van
twee keer op je bek
eindeloze zomers
alsnog langs de
meetlat gelegd
want
wat heb je nou
eigenlijk gedáán
wát heb je nou
eigenlijk écht
gedaan
waar je niet
jaren later
met schaamte
voor het verkloten
van zo veel tijd
op terugkijkt?