‘Ne savez-vous pas que les anges ont besoin que vous rêviez leurs ailes pour pouvoir voler?’ – Henri Marteau Brise-Vitre
Ik heb mijn kop niet naar schrijven staan. De dagen verlopen traag, de raderen knarsen langzaam maar gestaag, draaien één voor één op hun plaats. Ik schrijf wel, maar geen verhalen – het is een tijd van verandering, alle oude beelden zijn moe en gebruikt, de nieuwe laten zich nog niet pakken. Ik schrijf wel: ik formuleer vooral. Ik formuleer opdrachten voor mijn studenten, ik formuleer een plan om mee aan de slag te gaan in de cursus didactiek, ik formuleer gedachten over wat ik met mijn tekentalent moet – in plaats van te tekenen. Want ook die beelden zijn oud en moe en de nieuwe wachten nerveus, ergens tussen geduldig grafiet en onzekere hand. Ik schrijf wel – om mijn gedachten te ordenen, maar er komen er steeds meer bij; het is een ongelijke strijd tussen mijn brein en mij. De dagen verlopen traag, de oude beelden draaien langzaam door elkaar, vallen soms samen tot iets nieuws op hun plaats; ik moet het maar laten begaan. Het woord caleidoscopisch brengt sinds een tijd structuur in de chaos aan – of laat me voorlopig maar even in die waan.