Achter de man in de tram zaten een jongen en een meisje voor wie uit een vliegtuig springen de normaalste zaak van de wereld was. Ze kenden elkaar nog maar net, want ze verkenden elkaars voorkeuren in skydiving – zo noemden ze het zelf voortdurend. Ze bespraken de verschillende vliegvelden die ze al wel of nog niet hadden gehad en probeerden op de naam Teuge te komen. De man wist meteen wat ze bedoelden, maar durfde het niet te zeggen; het was een mooi meisje. ‘Texel is ook wel leuk, gewoon met collega’s,’ zei de jongen, toch getriggerd door de t.
‘Ik doe altijd freefall – maar met een parachute wil ik ook een keer proberen,’ hoorde de man het meisje zeggen.
Zo beschreef ze, met een Frans accent, in één zin zijn gedroomde leven. Hij stond op en sprong uit de tram – toen die tot stilstand was gekomen, eerder niet.