Ik heb niet veel nodig. Nacht en regen. Klinkers glanzend onder straatlantaarns. Bij ieder licht dat ik passeer ingehaald door mijn eigen schaduw, dat werk. Sigaretten.
Bezegeld
Net toen alles weer bezegeld en beklonken was kwam ze langs. We groetten elkaar ongemakkelijk en wisten verder niks te zeggen. Ze bevestigde vleugels op haar rug, spierwitte, verkreukelde papieren vleugels, en toen vloog ze wat door de witte kamer, maar zonder plezier of overtuiging. Eigenlijk zweefde ze meer, de papieren vleugels deden niks, en ik zei: ja hoor, daar vliegt ze al weer, maar echt onder de indruk was ik niet, niet meer. Toen ze weer voor me stond keek ze me verwachtingsvol en ook wat verloren aan. Ik kuste haar één keer in haar hals ten teken van afscheid. Ze liep naar de deur, terwijl ze half omgedraaid naar me bleef kijken. Ik zei: jij hebt toch ook een vaste relatie? Ze keek vertwijfeld en zei: tsja… Is dat zo? en verdween toen uit mijn droom en uit mijn dromen. Ik werd wakker en kuste mijn vrouw, voorzichtig, zodat zij nog even door kon blijven slapen.
The Lost Tapes Vol. 2
Drink ik wijn in slow motion, rook ik het vuur achteruit tot ik mijn vingers brand aan de beelden van weer een verloren jaar, wis ik die troebele tapes steeds helderder op het netvlies. Hoe de pijn prachtige bloemen in het celluloid schroeit als je de film een seconde stilzet, hoe het licht dan door het doek breekt en je weer zes jaar oud bent en nog even op mocht blijven om te kijken als je je pyjama vast aantrok en hoe warm, hoe warm dat was. Nu slaap je naakt en steeds vaker koud, knijp je je ogen steeds vaker dicht tegen het daglicht – ook ‘s nachts.
Niet meer. Kauw ik morgen het brood tot honing, drink ik het water langzaam tot wijn; zing ik de duvel en zijn muze op de knieën – dwing ik morgen met zachte hand de liefde ten dans.
Fade out
Het was begonnen. Het was lang aangekondigd, maar ik had het niet verwacht; er was meewarig over gedaan, het was allemaal flauwekul, ik had er zelf ook tot de laatste uren grappen over gemaakt. Nu zat ik hier, alleen in de nacht, ik staarde in het koude licht van een blanco computerscherm. De cursor knipperde de laatste seconden weg, de wijnfles en ik raakten langzaam leger. Verhalen verwaaiden zodra ik ze leven in wilde blazen, verpulverden als vriendschappen van vroeger die ik probeerde op te pakken. Er was een titel, er was een gevoel, maar die waren langzaam vloeibaar geworden. Ik schonk het laatste restje ambitie uit de fles in het glas en nam een wrange slok. De ruimte begon te kantelen. Ik probeerde overeind te komen, tevergeefs. Het was begonnen. Ik voelde hoe de tijd verkruimelde onder mijn vingers.
Uit
Een sirene galmt door de stad, eenzaamheid golft plotseling tussen de gevels. Het geluid verplaatst zich, van links langzaam naar rechts en van daar steeds dieper het natrium van de nacht in. Het sneeuwt. In de verte voegen twee sirenes zich bij de eerste, ze zijn er denk ik bijna, ze gillen uitgelaten door elkaar, op weg naar iemands laatste feestje. Wat denk je? Moeten we dansen op wegstervend geluid? Of moeten we maar sterven, in van ons wegdansend gedruis? Ik ben er nog niet uit.
Nacht
Ik weet ‘s nachts dingen. Ik weet ‘s nachts dingen die ik overdag beter vergeet – maar dat denkt iedereen die dronken is, of ooit verdronk in een vrouw en nooit meer bovenkwam. Ik zweef langs de gevels van verduisterde huizen en denk daarachter mensen – wie zegt dat ze thuis zijn? Onder het teer van de daken de dromen van de hemel erboven, ze wijken straks bij het ontwaken weer voor het gewicht van licht en lichaam: het eerste verwijt van de dag, nog vóór het ontbijt – je kaken malen zand. Je ademt de ochtendlucht met rook in de mond – het slaat je langzaam op de tanden, tot je zo dof klinkt dat het op zwijgen lijkt – je lusteloze geslacht in de broodtrommel mee naar het werk, smerige koffie, de collega die lacht om een grap van een ander – en de schaamte hoopt zich op, hoopt zich godverdomme maar op en je bidt, je bidt dat niemand het vuil in de naden ziet. Maar niemand kijkt, want iedereen weet onder zijn nagels het zwart van de nacht.